Pas voor PAS
Ouderverstoting na een scheiding is de pijnlijke situatie dat een kind na een (vecht)scheiding niks meer te maken wil hebben met de niet-verzorgende ouder. Dit heet Parental Alienation Syndrome, PAS .
Een kind heeft na de scheiding recht op omgang met beide ouders.[1] Maar wat doe je als je kind niet naar zijn andere ouder wil gaan? Het lijkt lekker rustig voor de verzorgende ouder, zeker na een vechtscheiding. Je hoeft niks meer met je ex af te spreken want je kind wil en gaat er toch niet heen. Het lijkt ook lekker rustig voor het betreffende kind: hij heeft geen stress van een bezoek aan de ouder waar hij beslist niet heen wil. Maar deze rust is vaak oppervlakkig. Ten eerste omdat de verstoten ouder kan procederen om een afgesproken omgangsregeling te laten nakomen. Of kan elk jaar opnieuw procederen om toch een omgangsregeling vast te laten stellen, zelfs als dit eerder was afgewezen.[2] En rechtszaken tussen de ouders brengen kinderen geen rust.
De belangrijkste reden om je niet neer te leggen bij de ouderverstoting van je kind is de schade die dit toebrengt aan de emotionele ontwikkeling van je kind. De rechtbank van Rotterdam heeft in januari een uitspraak gedaan waarin dit mooi verwoord is: “Het is ook mogelijk dat een minderjarige een splitsing maakt tussen zijn ouders en duidelijk één kant kiest. Door duidelijk de kant te kiezen van de ouder bij wie hij opgroeit, beschermt hij die leefsituatie. In feite dus vanwege zelfbescherming denkt de minderjarige over beide ouders dan louter in zwart-wittermen, goed en slecht. [voornaam minderjarige] kan door het op deze manier omgaan met de gevolgen van de breuk tussen zijn ouders nog op latere leeftijd ernstige schade ondervinden. Uit onderzoek volgt onder andere dat [voornaam minderjarige] een reëel risico loopt dat hij in de toekomst niet of met veel moeite in staat is om waardevolle relaties, zoals de relatie met een levenspartner, aan te gaan of in stand te houden.”[3]
Een kind heeft niet alleen recht op omgang met beide ouders, maar is er ook van afhankelijk voor een evenwichtige emotionele ontwikkeling. Kinderen die na de scheiding één ouder verstoten hebben veel vaker last van verminderd zelfvertrouwen en depressies.[4] In de pedagogische wetenschappelijke literatuur wordt het isoleren van kinderen van goede relaties en het zwartmaken van een ouder als vorm van kindermishandeling gezien.[5] Ook als jij de andere ouder niet (bewust) zwart maakt bij je kind, heeft je afwijzende kind er alle belang bij dat je een goede band met de andere ouder stimuleert.
Dus of je nou de verstoten ouder bent of de verzorgende ouder: probeer je kind uit die afwijzende houding te halen. Mediation tussen de ouders of tussen het kind en de verstoten ouder kan helpen.[6]
De rechtbank Rotterdam besliste in deze zaak dat het kind eerst gesprekken gaat voeren bij het Wijkteam met de andere ouder zodat hij kan vertellen wat hem dwars zit en waarom hij zo boos is op de andere ouder. Deze gesprekken zorgen er dan hopelijk voor dat het contact tussen het kind en de andere ouder wordt hersteld.
Heb je vragen over dit thema? Denk je dat dit misschien op jouw situatie van toepassing is en zou je dat graag uit willen laten zoeken? Bel of mail me, of maak een afspraak voor het inloopspreekuur. Ik kan je vertellen wat je mogelijkheden zijn.
[1] Art. 377a lid 1 en 2 BW.
[2] Art. 377e lid 2 BW.
[3] Rechtbank Rotterdam 13 januari 2020, ECLI:NL:RBROT:2020:972.
[4] J. Zander, J. e.a., Verpasseerd ouderschap loyaliteitsmisbruik en ouderverstotingssyndroom, Deventer:
Rela Publishing, 2009.
[5] Zie o.a. E. Spruijt & H. Kormos, Handboek scheiden en de kinderen, Houten: Bohn Stafleu van
Loghum, 2010.
[6] E. Spruijt, Pedagogiek 2011, nr 2, p. 188-193, URN:NBN:NL:UI:10-1-100826.